Loggerweg 7 8042 PG Zwolle
+31 (0)38 42 56 746 info@kcev.nl
Working Hours Mon - Sat 0900 - 1900

Blog

Het maximale (veilige) aantal personen per vierkante meter

Onlangs was er een zakelijke bijeenkomst, waarbij de vloer bedekt was met vlakken van precies één vierde van een vierkante meter. Dat stelde in staat om vast te stellen wat de publieksdichtheid op de bijeenkomst bedroeg. Op verschillende plaatsen in de zaal was dat ongeveer vier personen per vierkante meter. Langs de garderobe liepen bezoekers op enig moment met ongeveer vijf personen per vierkante meter de bijeenkomst binnen. Het was daar volgens sommige aanwezigen ‘best wel druk’. Dit riep een veel gehoorde vraag op: wat is het maximale (veilige) aantal personen per vierkante meter?

In Nederland wordt in veel gevallen gesteld dat de maximale publieksdichtheid op evenementlocaties moet worden gesteld op gemiddeld twee tot tweeënhalve personen per vierkante meter. Daar zou je uit af kunnen leiden dat vier personen per vierkante meter onveilig is. Toch was het bij de zakelijke bijeenkomst heel goed mogelijk om vrij te bewegen en – hoewel het niet bepalend is – leken de aanwezigen niet te kampen met gevoelens van onveiligheid. Bij veel evenementen kan in de praktijk een publieksdichtheid van meer dan tweeënhalve personen per vierkante meter worden waargenomen op bepaalde plaatsen, bijvoorbeeld vooraan bij het podium. Dat is dan veelal niet direct aanleiding voor zorgen over de publieksveiligheid.

Het Engelse standaardwerk The Event Safety Guide stelt een grens van vier personen per vierkante meter aan een veilige publieksdichtheid voor een bewegende groep en 4,7 voor een stilstaande groep. Dat zou betekenen dat het op de bijeenkomst veilig was, maar dat deze grens op bepaalde momenten in de garderobe lichtelijk werd overschreden. Toch hebben zich ook daar geen onveilige situatie voorgedaan. Het was volgens sommige aanwezigen druk, maar ook niet meer dan dat. Opnieuw kan gesteld worden dat in de praktijk een dergelijke publieksdichtheid op veel evenementen, bijvoorbeeld tijdens het piekmoment van de instroom, kan worden waargenomen.

Maar wat is dan wel de juiste norm? Helaas kan de behoefte aan één criterium niet worden bevredigd. Zo’n universeel toepasbare norm is er niet. Beide criteria – (gemiddeld) twee per vierkante meter of 4,7 per vierkante meter – zijn op zichzelf namelijk niet verkeerd, maar het gebruik van dergelijke normen is betrekkelijk. Hoewel het criterium van bijvoorbeeld gemiddeld twee personen per vierkante meter best als ideaal kan worden genomen, moeten er vraagtekens bij geplaatst worden wanneer dit in algemene zin wordt toegepast. Zo kan het aantal beschikbare vierkante meters op een evenement niet simpelweg worden vermenigvuldigd met twee, omdat bezoekers zich nu eenmaal niet gelijkmatig verdelen over een evenementenlocatie. Bovendien wordt er dan aan veel factoren voorbij gegaan. Ook kan er niet zomaar van worden uitgegaan worden dat 4,7 personen per vierkante meter veilig is. Denk maar eens aan de schouderbreedte en borstdiepte van de personen die er op één vierkante meter staan. Het maakt nogal wat uit of dat vier kleine kinderen zijn of juist vier grote mannen. Daarnaast speelt bijvoorbeeld mee hoe lang, waar en onder welke omstandigheden deze personen samen zijn.

De praktijk op evenementen vraagt om meer dan een simpele norm en bovendien om een beschouwing van een hogere publieksdichtheid. Het is namelijk eerder regel dan uitzondering dat er op bepaalde momenten en op bepaalde plaatsen een publieksdichtheid ontstaat die hoger is dan de voornoemde normen en dat overschrijdt niet per definitie de grenzen voor de publieksveiligheid. Het is belangrijk om juist deze grenzen van de publieksveiligheid te kennen en te weten wanneer we deze dreigen te bereiken. Daarbij is het wel belangrijk te benadrukken dat het benaderen van het absolute maximum dus ook een benadering is van de grenzen van de veiligheid.

Ik pleit absoluut niet voor acceptatie van een hogere publieksdichtheid dan de normgetallen die nu veelal worden gebruikt. Maar wel voor het benutten van praktische inzichten. Wat dat betreft is uit onderzoek en op basis van beschouwingen van incidenten gebleken dat bij ongeveer zeven personen per vierkante meter de individuele bewegingsvrijheid verdwijnt en de menigte verandert in een ‘vloeibare massa’. Dat is zeer gevaarlijk en brengt in potentie een verpletterende kracht met zich mee voor individuen in die massa. In de praktijk kan het nog (net) goed gaan bij zeven personen per vierkante meter, maar het kan ook al mis zijn bij zes. Te vroeg optreden kan een middel worden dat erger is dan de kwaal. Te lang wachten met optreden kan zeer ernstige gevolgen hebben. Het is een lastige praktijk, maar uiteindelijk is het wel de praktijk die telt. Het bepalen en reguleren van een veilig aantal mensen per vierkante meter gaat nu eenmaal verder dan het opwerpen van een eenvoudige norm.