Achteraf weten we een aanslag te voorkomen
We horen graag deskundigen achteraf toelichten hoe een aanslag voorkomen kon worden. Vooral wanneer daarbij enkele relatief eenvoudige maatregelen worden opgeworpen, zoals inrijbeperkende maatregelen na de terroristische aanslag op de kerstmarkt in Berlijn of verscherpte toegangscontrole dan wel schilbeveiliging na de terroristische aanslag in Manchester. Dat is achteraf natuurlijk makkelijk praten, wetende waar en hoe het mis ging.
Beveiligingsdeskundigen blinken uit in het achteraf opwerpen van houtsnijdende maatregelen. Wijsheid doordrenkt van hindsight bias, de door Baruch Fischhoff in 1972 ontdekte denkfout waarbij achteraf de illusie bestaat dat een gebeurtenis makkelijker te voorzien was dan het in werkelijkheid is. Die denkfout verklaart waarom het achteraf plots moeilijk te bevatten is dat bepaalde veiligheidsmaatregelen achterwege zijn gelaten. Het verklaart ook dat er deskundigen bestaan die met het grootste gemak beweren dat zij het anders zouden zien of doen.
Complexiteit van de werkelijkheid
De vooruitziendheid van deze deskundigen is natuurlijk nergens te bekennen wanneer er op voorhand nagedacht moet worden over het voorkomen van aanslagen. Dat is niet zo vreemd, want wie meent dat hij een goede voorspeller is van kansen en risico’s zal dan tegen de complexiteit van de werkelijkheid aanlopen. Die werkelijkheid vereist niet alleen een inschatting van waar en hoe het mis kan gaan, maar behelst ook dat beveiligingsmaatregelen gericht worden ingezet.
Overal en altijd beveiligen is onhaalbaar
Overal en altijd beveiligen is onhoudbaar, onbetaalbaar en daarmee onhaalbaar. Het verscherpen van de toegangscontrole van één concert – en alles daaromheen – is een hele opgaaf, maar wellicht mogelijk. Het ligt evenwel voor de hand dat zoiets er toe zal leiden dat terroristen een ander soort aanslag plegen of zich op een ander evenement richten. En zelfs wanneer het zou lukken om meerdere evenementen ten volste te beveiligen, zijn er talloze objecten en uiteindelijk is er dus de openbare ruimte – waar de aanslag in Londen plaatsvond.
Theorie ≠ praktijk
Dan zijn we terug bij het punt dat het niet haalbaar is om ieder evenement en iedere straathoek te beveiligen en dat maatregelen gericht genomen moeten worden. Wie beweert dat de aanslag in Manchester voorkomen kon worden door beveiligingsmaatregelen mag in theorie gelijk hebben, maar heeft dat in de praktijk niet.
Realistische boodschap
Langzaamaan neemt die realistische boodschap de overhand. Rolf Tophoven – journalist en directeur van het Institut für Terrorismusforschung – verwoordde het treffend in een interview met de Duitse omroep Deutsche Welle toen hij zei: “als een geradicaliseerde fanaticus een vrachtwagen als wapen beslist te gebruiken, heb je geen kans om hem tegen te houden tenzij je vooraf op de hoogte bent van zijn plannen […]”. Daarin staat hij niet alleen. Wetenschappers in Nederland zeggen min of meer hetzelfde.
Accepteren van een zeker risico
Maatregelen moeten gericht genomen worden en wanneer je niet op de hoogte bent van kwaadaardige plannen vereist dat nu eenmaal per locatie een afweging van de voorstelbaarheid van een aanslag. Die neemt toe wanneer er signalen zijn dat een evenement, object of plek geconfronteerd wordt met een terroristische dreiging of wanneer uit de risicoanalyse – en het aantrekkelijkheidsprofiel – een potentiële dreiging kan worden veronderstelt. Wanneer daar geen sprake van is moet een afweging worden gemaakt tussen de kosten en baten van (aanvullende) beveiligingsmaatregelen, maar ook over het accepteren van een zeker risico. Dat alles moet worden opgenomen in een gedegen beveiligingsplan voor het evenement. Daarbij moet de houdbaarheid en haalbaarheid van maatregelen worden meegewogen. Dat kan niet anders.
Achteraf de voorstelbaarheid van een specifieke aanslag groter doen lijken, verandert daar niets aan. Achteraf is het makkelijk praten. Vooraf praten is een stuk moeilijker.
Zie ook: www.kcev.nl