Crowd management II
Bepalend voor de publieksdichtheid is in ieder geval het aantal bezoekers. Wanneer de bezoekerscapaciteit – het maximale (veilige) aantal bezoekers voor een evenement – wordt overschreden, kunnen eenvoudig ook de grenzen voor de publieksdichtheid worden overschreden.
Door congestie kan op een specifiek moment en op een specifieke plaats een te hoge publieksdichtheid ontstaan. Dit kan uiteraard ook zonder de bezoekerscapaciteit te overschrijden. Voorbeelden waardoor congestie kan ontstaan zijn:
- te hoge intensiteit van publieksstromen;
- verandering van de capaciteit van een doorgang;
- verandering van de richting van publieksstromen;
- samenkomst van (conflicterende) publieksstromen.
Naast deze ‘infrastructurele knelpunten’ kan congestie ontstaan door vluchtgedrag en competitieve drang. Bijvoorbeeld wanneer bezoekers massaal willen schuilen bij het uitbreken van noodweer of gaan rennen bij aanvang van een evenement voor de beste plaatsen nabij het podium.
Het vaststellen van de bezoekerscapaciteit is een fundamenteel onderdeel van crowd management. Het is belangrijk de grenzen voor de publieksveiligheid te kennen en te weten waar en wanneer deze bereikt dreigen te worden. Dit vraagt om meer dan een vermenigvuldiging van het voor publiek beschikbare oppervlak (in m2) en de gewenste publieksdichtheid (per m2). Niet alleen is het onjuist om aan te nemen dat bezoekers zich gelijkmatig over een evenementenlocatie verdelen, ook wordt er dan aan veel factoren voorbij gegaan. Bijvoorbeeld aan de hiervoor genoemde congestie.
Bij gedegen crowd management wordt het aantal bezoekers in balans gebracht met niet alleen de evenementenlocatie, maar ook de wijze waarop bezoekers hier gebruik van maken. Dit vraagt om een beschouwing van de capaciteit van onder meer de infrastructuur en voorzieningen. Dit alles zowel onder normale omstandigheden als bij nood.
In de voorbereiding dienen knelpunten zichtbaar gemaakt te worden; waar en wanneer kan een te hoge publieksdichtheid ontstaan? Op basis van dit inzicht kan besloten worden wat wel en niet kan. Dan kunnen de benodigde maatregelen vastgesteld worden.
Maatregelen kunnen bepaalde knelpunten wegnemen. Zo kunnen videoschermen zichtlijnen vergroten en kan een aanpassing van de programmering bijdragen aan een gefaseerde instroom (of uitstroom) van bezoekers. Daarnaast kunnen maatregelen bijdragen aan de beheersbaarheid van knelpunten, bijvoorbeeld het plaatsen van barriers. Als onderdeel van crowd management kunnen ook maatregelen worden genomen die te betitelen zijn als crowd control, wat verwijst naar maatregelen om het gedrag van groepen mensen in te perken of te sturen. Denk hierbij aan het inzetten van veiligheidsmedewerkers om knelpunten te reguleren of eenrichtingsverkeer in de routing te handhaven.
Alle inzichten en maatregelen in het kader van crowd management dienen in een plan te worden uitgewerkt. Vervolgens dient dit plan in praktijk gebracht te worden en is het zaak dat er wordt toegezien op de uitvoering. De activiteiten in het kader van crowd management bij evenementen bestaan hiermee uit voorbereiden (planning), uitvoeren, controleren en bijsturen. Naast voldoende aandacht en kennis, is een professionele uitvoering een randvoorwaarde voor de publieksveiligheid van een evenement.
Crowd Management II is het tweede deel van een tweedelige publicatie. Het eerste deel gaat in op aandacht voor- en kennis van crowd management. Zie: crowd management I.